MEESTER WAGEMAKER

Onlangs is helaas na een langdurig ziekte Cees Wagemaker van ons heengegaan. Hij was een charismatische man die veel heeft betekend voor Barger-Oosterveld. Graag wil ik jullie meenemen naar een paar van mijn herinneringen aan Cees (‘meester’) Wagemaker.

Het was een koude winterdag in 1980, toen ik met mijn klasgenootjes tijdens ons speelkwartier op het schoolplein aan het sneeuwballen gooien was. Ik werd al een tijdje geterroriseerd door zo'n etterje van een paar klassen lager, die maar niet kon ophouden om mij met sneeuwballen te bekogelen. Na ettelijke waarschuwingen was toen voor mij de maat vol en ik besloot ondanks zijn minderjarigheid, om hem toch met de zelfde middelen te vergelden. Het sneeuw was echter behoorlijk nat geworden en mijn sneeuwbal veranderde al snel in een keiharde ijsbal. Ik gooide met volle vaart mijn ijsbal naar hem toe en wonder boven wonder was het direkt een voltreffer. De ijsbal trof vol in zijn klein doch arrogant lachende smoeltje. Ik was zeer verrast door mijn goede worp, want ik stond helaas niet zo goed bekend als goede schutter bij handbal vereniging SVBO en was (dan helaas ook) gedegradeerd tot keeper.

Het jongetje veranderde op dat moment pardoes van klein ettertje in een huilend mama`s-kindje. Wat ik helaas niet had ingecalculeerd, was dat hij zich daarna ging beklagen bij de meester. Tot mijn grote schrik had meester Wagemaker die keer het genoegen het rondlopend jong wild in bedwang te houden. 

Met grote schreden en met een niet al te vriendelijke blik, schuilend achter zijn donkere brilglazen, kwam hij naar mij toe. Met een zeer strenge scherpe toon vroeg hij mij of ik een ijsbal naar dit onschuldig klein jongetje had gegooid. Ontkennen was geen optie; de rest van de klas was namelijk getuige van mijn eenmalige geslaagde worp. Tevens was een rood gloeiende ronde afdruk te zien op zijn rechter wangetje. Ik kroop iets ineen en keek onschuldig naar beneden. En toen pakte hij abrupt met zijn duim en wijsvinger mijn kleine kin vast en duwde hem naar beneden. "Kijk me aan, als ik je iets vraag!". Maar hoe kon ik in hemelsnaam naar boven kijken terwijl hij mij aan mijn kin naar beneden duwde! Ik heb toen uit alle kracht mijn hoofd naar boven getrokken en zolang iets zieligs uitgekraamd totdat hij eindelijk mijn inmiddels 2 centimeter langer geworden kin losliet.

  Naast zijn ‘vingerhoudgreep’ was zijn trap onder de kont met zijn lange zesenveertigers ook zeer berucht (in die tijd was dit nog nog een gebruikelijke, en eerlijk gezegd soms ook verdiende, actie van de meesters). Dit mocht ik ook bijna aan den levende lijve beleven. Ik kon toen gelukkig met een klein sprongetje nog net zijn lange sloffen ontwijken op weg naar de deur van de gang. Ik wist immers wat me te wachten stond. Bij het sprongetje ontglipte mij helaas een klein piepend scheetje, waardoor ik toch niet bespaard bleef van enig leed (mijn moeder had de dag tevoren bruine bonen gemaakt). Achteraf had ik toch liever mijn welverdiende schop onder de kont gehad, want wekenlang bekend staan als het "schetenjong" was geen pretje. 

Ja, meester Wagemaker stond in mijn tijd op school niet bekend om zijn zachte lieve imago. Hij was meer de man van het harde gezag, maar desondanks toch altijd zeer rechtvaardig en oprecht. Buiten school om was hij daarentegen een zeer vriendelijke en geliefde man en zette zich zeer in voor het wel en wee van Barger-Oosterveld. Zo was hij één van de organisatoren van het eeuwfeest in 1980, waar hij tijdens het grote feest in de grote feesttent gevorderd werd door zijn leerlingen om op schoot te gaan zitten bij de toen zeer bekende mooie lang zwartharige Sandy. Hij werd toen zeer liefelijk toegezongen met het liedje "Tot ziens mijn teddybeer". 

Ik herinner me meester Wagemaker echter nog het meest als altijd groetende meester met zijn vrolijke glimlach op weg op zijn fiets of in zijn lichtblauwe Ford Fiesta.

 

Leonardus